Een transportbedrijf had een vrachtwagenchauffeur in zijn proeftijd ontslagen. Volgens de vrachtwagenchauffeur was geen proeftijd overeengekomen omdat hij de arbeidsovereenkomst niet had ondertekend. Op grond van de Wet is een proeftijd pas geldig als deze schriftelijk is overeengekomen.
Doorslaggevend voor de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam (uitspraak 10 december 2019) was echter dat de werknemer akkoord was met de inhoud van de arbeidsovereenkomst, wist van het proeftijdbeding en daartegen geen bezwaar had gemaakt. De proeftijd is daarmee schriftelijk overeengekomen en rechtsgeldig, ondanks het ontbreken van een handtekening. Het bedrijf hoeft de vrachtwagenchauffeur niet weer aan het werk te laten of loon door te betalen. Vindplaats uitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2019:9497.
Voor meer informatie: DM Advocatuur, telefoon 030-2287845, www.dmadvocatuur.nl.